Spreekbeurt ‘Een gelukkig konijn’
Spreekbeurt/werkstuk ‘Een gelukkig konijn’
Een konijn in huis
Wil je heel graag een konijntje als huisdier en mag het van je ouders? Lees samen goed door wat je moet doen om je konijnen gelukkig en gezond te houden, voor je ze in huis neemt, zodat je weet waar je aan begint. Zoals: neem er altijd twee, want één konijn alleen is meestal ongelukkig.
Controleer ook eerst, bijvoorbeeld bij iemand die al een konijn heeft of op een kinderboerderij, of jij en je huisgenoten niet allergisch zijn voor konijnen, hooi of stro. Wist je dat konijnen zeven tot twaalf jaar oud kunnen worden? Al die tijd zal je dus heel goed voor het dier moeten zorgen. Een grote verantwoordelijkheid! Verzorg de konijnen samen met je ouders.
Uitgebreide informatie over opvoeding, verzorgen, trainen en spelen lees je in de boeken ‘High five met je konijn’ en ‘Het gelukkige konijn’ van dierentrainer Bernice Muntz.
Wist je dit over konijnen?
Een jong moet ca. acht tot tien weken oud zijn voor het bij zijn moeder weg mag. Ook een ouder konijn kan heel leuk zijn en graag een nieuw huis willen. Bovendien weten de verzorgers heel goed wat voor karakter oudere dieren hebben. Hierdoor heb je veel meer kans dat je een leuk vriendje kunt vinden. Lang niet alle konijnen houden van aaien en knuffelen. Ga voor een jong of ouder konijntje kijken bij het asiel of een konijnenopvang in de buurt.
Een mannetjeskonijn heet een ram, een vrouwtje heet een voedster en een jong konijntje een lamprei of een kitten.
Konijnen kunnen een jaar of zeven worden, soms wel ouder. Twaalf jaar is geen uitzondering bij een goede verzorging. Dat verschilt wel wat per ras, kleine konijnen kunnen wat ouder worden dan grote.
Soms wordt een konijn een knaagdier genoemd, maar dat klopt niet. Knaagdieren hebben twee snijtanden in hun bovenkaak, konijnen vier. Ook kauwen knaagdieren hun eten van voren naar achteren, maar konijnen bewegen hun kaak van links naar rechts.
Er zijn veel verschillende rassen, een stuk of vijftig. Grote konijnen, kleine konijnen, met lang en met kort haar, en allerlei kleuren. Rassen met lang haar hebben erg veel verzorging nodig, je moet ze elke dag kammen. Aangezien hun haren snel nat en modderig worden, kunnen langharige konijnen beter niet buiten worden gehouden.
Grote konijnen zijn vaak wat rustiger en minder bang dan kleine konijnen.
Prooidier
Een konijn is een prooidier, wilde konijnen worden gegeten door roofdieren zoals vossen of buizerds, maar ook katten en honden kunnen een konijn aanvallen. Daarom vlucht een konijn als het bang is en kan het heel snel rennen. Konijnen stampen met hun achterpoten hard op de grond als ze denken dat er iets mis is, zo waarschuwen wilde konijnen de anderen. Gaat een konijn rechtop met zijn oren gespitst zitten, dan houdt hij zijn omgeving goed in de gaten en zit hij startklaar om weg te rennen en een hol (of hok) in te duiken.
Daarom is het belangrijk dat konijnen vanaf jonge leeftijd dingen aanleren, zoals in een draagmandje meegaan, aanraking, wennen aan geluiden en geuren. Wees geduldig en begrijp dat een konijn iets eng kan vinden. Bij het wennen van je konijn, probeer je te voorkomen dat je konijn bang is!
Oppakken
Konijnen houden er niet van om opgetild te worden. Ze vinden het eng en daardoor kunnen ze gaan spartelen en soms zelfs bijten. Veel beter kun je hen via een draagmand, een transportkooi of iets dergelijks optillen. Laat (leer) hen zelf in en uit de transportkooi te lopen.
Wil je het konijn toch optillen? Dan het liefst vanaf de zijkant (van bovenaf lijken handen op een roofvogel met een hand onder het kontje en een hand onder de borst.
Stel het konijn gerust door tegen hem te praten. Druk zachtjes het dier tegen je lichaam aan. Oefen geregeld, en geef wat lekkers als beloning, tot het konijn het niet eng meer vindt om opgepakt te worden. Sommige konijnen zullen dit altijd eng blijven vinden. Wanneer je een konijn uit een asiel haalt, heb je meer kans dat je een voor jou geschikt dier vindt. Foto’s van de juiste manier van optillen staan in het boek ‘High five met je konijn’. Dit boek kun je in de bibliotheek lenen.
Gevarieerd eten
Konijnen hebben veel hooi nodig, elke dag. Dit is goed voor hun tanden en voor hun darmen. Daarnaast eten ze graag groenten, zoals andijvie en witlof, kruiden, bijvoorbeeld peterselie en dille, maar ook fruit, zoals appel, peer of aardbei. Begin met een heel klein beetje (zo groot als een euromunt) en kijk dan of de keutels even hard blijven als dat ze nog geen groente hebben gehad. Daarna kun je steeds een heel klein beetje meer geven. Als je de keutels maar elke dag in de gaten blijft houden.
In het boek ‘High five met je konijn’ staat een uitgebreide lijst met vers voer dat geschikt is voor konijnen.
Omdat er in fruit veel suiker zit, mogen konijnen hiervan maar een klein beetje (maximaal een eetlepel per dag) anders worden ze te dik.
Verder moeten ze elke dag een bakje droogvoer krijgen (brokjes / biks / pellets). Weeg het konijn: per kilo konijn geef je tussen de 15 en 25 gram pellets, verdeeld over twee keer per dag. Een konijn dat twee kilo weegt, krijgt dus dertig tot vijftig gram droogvoer. In de groene staafjes zitten de meeste voedingsstoffen. Het konijn kan het beste voer krijgen dat alleen uit deze staafjes bestaat, geen gemengd voer, want vaak eet het konijn de lekkere dingen eruit en laat de staafjes liggen. Bovendien heb je met een gemengd voer meer kans op tandproblemen.
Wilde konijnen zijn vier tot zes uur per dag bezig met het zoeken naar voedsel. Geef ze daarom meerdere keren per dag te eten. Twee keer per dag pellets (droogvoer), onbeperkt hooi en liefst een keer per dag groenvoer en/of kruiden.
Als een konijn diarree heeft of plakpoep, dan krijgt hij waarschijnlijk niet het juiste eten. Meestal krijgt het konijn dan groenvoer waar hij niet tegen kan en/of te veel pellets.
Het is extra leuk als je af en toe een feestje geeft voor je konijn: hang een slinger met groenten op, zoals witlof, maak een hooibal met groenten erin, of maak gezonde groenten- en fruitkoekjes voor een high tea. Kaartje met 1 receptje
In het boek ‘Het gelukkige konijn’ staan lekkere recepten en knutselideeën.
Water
Ververs elke dag het water. Als het warm is groeien er snel bacteriën in. De meeste konijnen drinken het liefste uit een bakje. Houd alles goed schoon. Bij een flesje is dit wat lastiger, gebruik daarvoor een flessenborstel. Zorg dat het tuitje van het waterflesje goed bereikbaar is voor het konijn, zodat hij er recht voor kan zitten en zijn kop niet hoeft te draaien.
Poep eten
Sta er niet raar van te kijken als je een keer ziet dat een konijn zijn poep eet. Deze blindedarmkeutels (of nachtkeutels) zitten vol voedingsstoffen, vitamines. Dit is gezond voor het konijn. Door deze keutels op te eten verteren konijnen het voedsel twee keer.
Een vriendje
Konijnen zijn groepsdieren, ze leven in het wild altijd in een groep als een familie. Toch nemen veel mensen maar één konijn, omdat ze denken dat dat genoeg is. Maar ook al krijgt een konijn veel aandacht van zijn baasje, dan nog zijn konijnen veel liever met zijn tweeën of in een groter groepje.
Konijnen vinden elkaar niet altijd gelijk aardig, daarom is het belangrijk dat ze de tijd krijgen om voorzichtig aan elkaar te laten wennen. Zet de dieren niet zomaar samen in een hok, ze kunnen elkaar veel pijn doen. Koppelen werkt het best op neutraal terrein, waar ze allebei niet eerder geweest zijn, bijvoorbeeld in een aparte kamer. Het kan zijn dat je dit een paar keer moet doen. Pas als ze het goed met elkaar kunnen vinden zet je de konijnen samen in een hok met ren.
Een mannetje en een vrouwtje bij elkaar (allebei geholpen!) werkt het beste, of twee zusjes (ook allebei geholpen). Zet in ieder geval nooit twee vreemde mannetjes samen, die gaan meestal vechten.
Konijnen samen zetten heet ‘koppelen’, tips hiervoor staan in het boek ‘High Five met je konijn’. Ook kun je advies vragen bij een konijnenopvang of konijnendeskundige, zeker als je daar je konijntje(s) uitzoekt. Ook kun je soms je konijnen op ‘koppelvakantie’ laten gaan. Kijk voor adressen op www.dierentrainer.nl, googel op internet of kijk achterin het boek ‘Het gelukkige konijn’.
Ruimte en springen
Konijnen hebben ruimte nodig. Ze worden verdrietig van een kleine kooi of een klein buitenhok, want ze willen rennen en springen. Stel je maar eens voor dat je zelf je hele leven alleen maar in een kleine ruimte mag blijven, je slaapkamer bijvoorbeeld. Daar zou je toch erg ongelukkig van worden?
Konijnen hebben sterke achterpoten, waarmee ze hard kunnen trappen en stampen. Ze kunnen hoog springen, dit doen ze graag. Als ze rennen maken ze soms gekke sprongen: hoog, laag, recht vooruit of een beetje gedraaid. Dit heet ook wel een ‘binkie’. Ze zijn heel snel en kunnen tussen 45 en 55 km per uur rennen.
Om te kunnen rennen en springen is het belangrijk dat de vloer niet glad is. Een (kinder)speelkleed kan dit voorkomen.
Hok of kooi
Het konijnenhok moet hoofdzakelijk bedoeld zijn als slaapplek of om zich terug te trekken om te eten of op de toiletbak te gaan: het beste is als het konijn zelf de hele dag zijn kooi in en uit kan lopen. Is dit niet mogelijk, dan moet een konijn zeker drie tot vier uur per dag kunnen rennen, in huis of in een ren.
Een kooi voor dwergkonijnen moet minimaal 150 (l) x 60 (b) x 60 cm (h) zijn met een ren van vier vierkante meter. Dat is best groot he!
Een groter konijn heeft een grotere ruimte nodig.
Eigenlijk kan een kooi niet té groot zijn. Konijnen moeten goed op hun achterpoten kunnen zitten in hun hok, zonder hun kop aan de bovenkant te stoten. Vergeet bij het uitkiezen van een kooi niet dat een jong konijn nog groeit!
Konijnen liggen graag op een verhoging, maar zorg ervoor dat ze daarvandaan niet uit hun (buiten)verblijf kunnen springen.
Binnen moet een kooi op een plek staan waar het niet tocht en niet te warm is, dus niet tegen de verwarming aan. Zet een buitenhok een stukje van de grond op een plek met weinig wind. Zorg dat het hok niet in de volle zon staat in de zomer, maar op een plek staat waar ten alle tijden ook schaduw is.
Staat de binnenkooi op een gladde vloer? Zorg dan voor een vloerkleed zodat het konijn hierop kan lopen, rennen en springen. Heb je een traliekooi voor je konijnen? Als het deurtje naar beneden klapt en je konijn hier overheen loopt of springt, kan een pootje of nageltje blijven hangen. Zorg voor een opstapje of een plankje, zeker voor oudere konijnen.
Veilig
Lopen de konijnen buiten? Maak een veilige plek, zodat ze niet kunnen ontsnappen. Graaf gaas in (geen kippengaas, hier knagen konijnen zo doorheen), of laat konijnen op tegels lopen. Konijnen graven wel heel graag, dus geef ze dan een bak met zand of aarde. Roofdieren zoals vossen en roofvogels, maar ook honden en katten, kunnen konijnen aanvallen. De konijnen zijn veiliger als je gazen bovenkant maakt of een net ophangt boven hun buitenverblijf.
Wist dat je dat er jaarlijks 6.000 tamme konijnen op straat en in parken gevangen worden? Deze konijnen overleven helaas niet in het wild. Dus zie je een konijn loslopen? Bel het plaatselijke asiel en probeer het dier te vangen.
Jongen
Omdat konijnen graag in groepjes leven, moeten ze worden gecastreerd of gesteriliseerd, zodat de vrouwtjes niet zwanger worden en een nestje krijgen. Ze kunnen namelijk veel jongen krijgen, gemiddeld drie tot acht.
Mannetjeskonijnen sproeien na castratie minder vaak hun plas en de geur daarvan is niet zo sterk meer. Vrouwtjeskonijnen hebben een grote kans op baarmoederhalskanker. Als het vrouwtje wordt gesteriliseerd kan ze dit niet meer krijgen. Ook zijn vrouwtjes minder agressief als ze gesteriliseerd zijn. Daarnaast worden zowel mannetjes als vrouwtjes iets rustiger.
Vanaf een maand of drie zijn vrouwtjeskonijnen vruchtbaar en kunnen ze jongen krijgen. Zwangerschap duurt ongeveer dertig dagen. Konijnenjongen (lampreien of kittens genoemd) worden kaal en blind geboren. Na een dag of tien gaan de oogjes open en de oortjes staan. Als ze twee tot drie weken oud zijn gaan ze aan groenvoer knabbelen en aan pellets als ze vier weken zijn. Ze drinken dan vaak nog wel melk bij de moeder tot ze een week of zeven zijn. Jongen moeten bij hun moeder met broertjes en zussen blijven tot ze zo’n acht weken oud zijn.
Het is fijn als ze van kleins af aan gewend raken aan kinderen, mannen, vrouwen, diverse geluiden, en eventueel honden en/of katten. Hierdoor zullen ze later minder snel bang zijn voor kinderen, mannen, vrouwen etc. Dit heet socialisatie. Net zoals een hond gesocialiseerd moet worden, heeft een konijn dit ook nodig.
Verzorging en controle
Een konijn heeft best veel verzorging nodig. De kooi of het hok moet zeker een keer per week goed schoongemaakt worden, de toiletbak elke dag, konijnen moeten een paar keer per dag te eten krijgen en vers water, en worden geborsteld (zeker in de ruiperiode), nageltjes geknipt.
Het is belangrijk elke week het konijn goed na te kijken. Maak hiervoor rustig contact en raak het konijn vanaf de zijkant aan.
Weeg het konijn geregeld om te zien of hij niet afvalt of veel zwaarder wordt. Valt je konijn af? Ga dan langs je dierenarts om te kijken of je konijn iets onder de leden heeft.
Controleer op schilfertjes, bultjes of wondjes en of het konijn schoon is onder de staart en geen diarree heeft. Bekijk ook de oren, zijn deze schoon? Controleer de voetzolen, konijnen kunnen hier snel ontstekingen krijgen als ze op harde vloeren of tegels lopen (dit heet pododermatitis).
Controleer de keutels elke dag; diarree of kleinere keutels betekenen dat er iets mis is, ook als het dier stil in een hoekje zit of knarsetandt. Luister ook naar zijn buik, als je borrelende geluiden hoort is dit niet goed. Een konijn kan geen dag zonder eten, als hij twaalf uur weinig of niets gegeten heeft, liggen de darmen stil en dit is levensgevaarlijk. Is er iets niet in orde, dan moet het konijn zo snel mogelijk naar de dierenarts. Wacht dan niet totdat je thuis bent van school, maar vraag of je ouders tijdens schooltijd naar de dierenarts gaan.
Tanden
Tanden en kiezen van konijnen groeien altijd door, ongeveer een centimeter per maand. Als het konijn een goed gebit heeft en goed te eten krijgt (veel hooi, biks, wilgentakjes) slijten ze vanzelf. Maar soms staan de tanden verkeerd en groeien ze langs elkaar heen. De dierenarts moet ze dan regelmatig slijpen.
Zomer en winter
In de zomer is het heel belangrijk dat je goed oplet dat je konijn en zijn hok schoon zijn. Vliegen leggen soms eitjes op konijnen, meestal bij het kontje of tussen de achterpoten. Als er dan larven (maden) uitkomen, kruipen ze in de huid en dit doet het konijn heel veel pijn. Bekijk daarom elke dag of je konijn in orde is, zeker als het warm is. Als het konijn toch maden heeft moet het direct naar de dierenarts, want dit is een noodgeval!
Zorg ook dat er altijd schaduw is op de plek waar de konijnen wonen. Is het erg warm? Zet dan een parasol neer en geef je konijn een plastic waterfles uit de diepvries, waar hij tegenaan kan liggen om af te koelen (geen glazen fles, die kan barsten!) of een speciaal kruikje dat je in de vriezer kunt leggen; dit heet een Icepod.
In de winter kan een konijn prima buiten leven als hij dat de rest van het jaar ook doet. Dek het (nacht)hok wel goed af, bijvoorbeeld met plastic zijl, en doe er een dikke berg hooi en stro in. Ook kun je een warm kruikje geven speciaal voor konijnen, een SnuggleSafe. Vervang het water in drinkbakjes meerdere keren per dag, want het bevriest.
Haal konijnen die buiten leven niet steeds naar binnen in de winter. Ze kunnen slecht tegen de temperatuurschommeling en kunnen daardoor ernstig ziek worden.
Een spuitje tegen ziektes
Het is belangrijk je konijnen elk jaar in te laten enten door de dierenarts. Hiermee voorkom je dat ze ernstige ziektes krijgen, zoals VHS en myxomatose.
Bij VHS krijgen konijnen bloedingen in het lichaam. Die zie je niet altijd, maar het doet het konijn veel pijn. Bij myxomatose worden de ogen en neus van een konijn dik, zodat hij niet goed meer kan zien en ademen. De ziekte wordt overgebracht door stekende insecten, zoals vliegen en muggen. Konijnen gaan bijna altijd dood aan deze ziektes, maar dit kun je voorkomen door ze in te laten enten.
De jaarlijkse inenting is ook een goed moment voor een gezondheidscontrole door de dierenarts.
Niet plassen in huis
Een konijn kan zindelijk worden. Konijnen die leren poepen en plassen op een toiletbak kunnen makkelijker in huis loslopen. In de boeken “High Five met je konijn en ‘Het gelukkige konijn’ staat hoe je dit een konijn kunt aanleren.
Bijten
Sommige konijnen bijten wel eens, bijvoorbeeld als je ze oppakt of als je ze op je schoot laat zitten. Niet elk konijn vindt dat namelijk even leuk. Ook maken konijnen graag dingen kapot. Als ze binnen los lopen knagen ze aan vloerbedekking of aan televisiekabels die niet goed zijn weggewerkt. Soms sproeien ze hun plas, om te laten zien dat iets hun terrein is. Zorg dat konijnen op een veilige plek rondlopen, zodat ze zich niet kunnen bezeren, geen elektriciteitskabels kunnen doorbijten en niet aan (giftige) planten kunnen knagen. Een ren zorgt dat zowel je konijn als je huis veilig is.
Spelletjes en plezier maken
Konijnen vervelen zich snel en zijn vaak te dik. Ze zijn best slim en vinden het leuk als je met ze speelt. Geef ze de ruimte in een veilig afgezet stuk tuin waar ze samen kunnen rennen, graven en klimmen en doe zelf spelletjes met ze. In het boek ‘High five met je konijn’ staan allerlei leuke ideeën, zoals hoe je een springparcours aanleert, je konijn een High Five kunt aanleren, maar ook ‘rabbitdance’ en meer over opvoeden en trainen. Hou het leuk voor je konijn en geef een gezonde beloning.
Ook als een konijn wat ouder is, kun je hem nog goed dingen leren. Misschien gaat het iets langzamer dan bij een jong konijn, heb dus geduld.
Maak af en toe een groenteslinger of geef een high tea voor konijnen, dat vind je konijn superlekker, of knutsel een speciale hooiruif. Hierover lees je in het boek ‘Het gelukkige konijn’.
Als je een huisdier hebt, is het ook leuk als je er veel over weet en kunt vertellen. Wat weten je vriendjes en klasgenoten over konijnen? Als je een spreekbeurt geeft, kun je een quiz houden: de vragen en antwoorden staan onderaan. Kaartjes kun je zelf maken, met mooie tekeningen van konijnen. En hou een tekenwedstrijd: welk vriendje of vriendinnetje (of klasgenootje) maakt de allermooiste konijnentekening?
Verschil konijnen en cavia’s
Konijnen zijn net als cavia’s echte groepsdieren. Ze zijn het liefst samen met andere konijnen en cavia’s, daarvan worden ze gelukkig. Zet liever geen cavia en konijn samen: ze hebben allebei een andere verzorging nodig. Ook is het konijn veel sterker dan de cavia, waardoor de cavia gewond kan raken.
Een van de grootste verschillen in de verzorging van konijnen en cavia’s is het eten. Konijnen hebben geen vitamine C nodig, maar voor de cavia is dat wel heel belangrijk. Daarom moet de cavia elke dag eten krijgen waar veel vitamine C in zit, zoals paprika, peterselie of kiwi.
Cavia’s zijn meestal wat zachtaardiger dan konijnen en kunnen makkelijker gekoppeld worden.
Konijnenopvang
Lang niet iedereen heeft vooraf goed nagedacht over de verzorging van een konijn. In het begin is het leuk om een nieuw huisdier te hebben, maar als je maar één konijntje hebt en er niet meer naar omkijkt, wordt het heel ongelukkig. Dan is het beter om het dier naar een speciale opvang voor konijnen of een asiel te brengen, waar het kan worden geadopteerd door iemand die er wel goed voor zal zorgen.
Elk jaar worden zo’n 6.000 tamme konijnen op straat gevonden. Laat een huiskonijn nooit los in een park of op straat, dit overleeft hij niet.
Als je met vakantie gaat, moet er iemand voor je huisdieren zorgen. Regel dit op tijd: mogen de konijnen bij opa en oma of een vriendje vakantievieren of komt er iemand thuis voor ze zorgen? Ook kun je een afspraak maken bij het dierenpension of een konijnenopvang. Er bestaan tegenwoordig heel veel konijnenpensions, googel maar eens op internet of kijk achterin het boek ‘Het gelukkige konijn’.
Filmpjes kijken over konijnen opvoeden en trainen?
Op www.youtube.com kun je filmpjes bekijken van onder andere konijnentraining, zoek op kanaal ‘dierentrainer’ of kijk op www.facebook.com/rabbittrainer.
Daarnaast kun je contact opnemen met een konijnenschool bij jou in de buurt. Zie hiervoor www.dierentrainer.nl
Konijnen en kinderen (voor ouders)
Is een konijn een geschikt huisdier voor mijn kind?
Konijnen lijken makkelijke en voordelige huisdieren, maar hun behoeftes zijn vaak onbekend. Geschat wordt dat zo’n 90% van de konijnen niet op de juiste manier verzorgd wordt (bron: VierVoeters).
Hou rekening met (onvoorziene) kosten. Konijnen zijn weliswaar niet duur in aanschaf, maar een groot hok met ren, voerbakjes, waterflesje, speeltjes, hooi, droogvoer, vers voer zijn dit wel. Naast de jaarlijkse inenting en controle is een bezoek aan de dierenarts nodig bij medische problemen en bij een konijn is al snel sprake van een spoedgeval. Ook de vakantie-opvang kan geld kosten.
Een konijn is niet geschikt voor jonge kinderen omdat het een prooidier is. Een prooidier zal snel vluchten en houdt er vaak niet van om opgetild en geknuffeld te worden. Voor veel konijnen is dit geen fijne ervaring: ze zijn dan ook bang waardoor zij kunnen gaan krabben, bijten en vluchten. Een cavia is dan soms een geschikter dier.
Ook worden konijnen aangeschaft voor wat oudere kinderen. Maar deze leeftijdscategorie is al snel op hun konijn uitgekeken. Het konijn wordt daar veelal de dupe van. Sommige kinderen gaan juist heel goed met hun konijnen om. Houd er echter rekening mee dat in veel gevallen de ouders uiteindelijk opdraaien voor de verzorging van het dier en te allen tijde toezicht moeten houden.
Vragen over konijnen, opvoeding en training
Heb je vragen over je konijn of over zijn gedrag? Bijvoorbeeld omdat het dier bijt, angstig is of misschien is hij niet zindelijk of sloopt het dier de woonkamer? Dan kan je een telefonisch consult boeken met dierentrainer Bernice Muntz. De kosten hiervoor bedragen € 25,-. Neem hiervoor het liefste per email contact op; Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Daarnaast biedt Bernice een unieke workshop aan: een persoonlijke training voor kinderen. Bij haar thuis kunt u haar dieren ontmoeten en kan uw kind samen met Bernice trainen. Vooraf vertelt u tijdens een telefoongesprek of via e-mail over uw kind en het huisdier, waarna Bernice een training op maat samenstelt. Op deze manier leert uw kind wat de beste manier is om het eigen huisdier te verzorgen of trainen. Uiteraard mag een van de ouders hierbij aanwezig zijn. De kosten voor deze privétraining van 1,5 uur bedragen € 75,-.
Op http://www.dierentrainer.nl/Bernice-Muntz vindt u de contactgegevens.
Quizkaartjes:
10 vragen
- Is een konijn graag alleen? Nee, konijnen hebben een vriendje nodig.
- Hoe veel keer per week moet een konijn loslopen? Elke dag, minimaal 3-4 uur.
- Hoe snel groeien de tanden van een konijn? Een cm per maand.
- Hoe oud kan een konijn worden? Wel 7 - 12 jaar.
- Waarom eet een konijn poep? Een konijn eet alleen de nachtkeutels, omdat dit gezond voor hem is. Er zitten vitamines in.
- Mag een konijnenhok als het warm is in de zon staan? Nee, een konijn moet altijd voor schaduw kunnen kiezen.
- Hoe vaak moet je een konijn helemaal nakijken? Elke week.
- Waar moet je tijdens warm weer elke dag op letten? Vliegen, vliegeneitjes, maden.
- Kun je een konijn en een cavia samen houden? Beter van niet. Het konijn kan de cavia veel pijn doen en ze hebben ander eten nodig.
- Waar kun je het beste een konijntje uitzoeken? Bij een konijnenopvang of een dierenasiel.